We varen twee dagen en nachten door de Verenigde Staten. Van Skagway naar Prince Rupert. Men had ons gezegd dat we maar beter op tijd konden komen.. De ferrybalie opent zijn deuren om half drie in de nacht. De boot vertrekt om zeven uur. We beginnen twee uur op voorhand met boarden. Dus dachten wij om goed op tijd te komen.
Voor niks nodig dus. Er was nog een zee van ruimte.
Slapen doen we op het dek want er is geen geld voor een cabin.
Het zicht is adembenemend. Het weer is koud maar zalig. Dolfijnen en walvissen zwemmen met ons mee.
Het vaste land: Prince Rupert (Canada)
Zalm vs. waterval: 0-1
Vlak naast Prince Rupert vinden we de parel van de Pacific. In Port Edward ligt de Canery. De zalmkannerij. Waar de zalm in zijn blik verdwijnt. Een prachtig museum waar men ons zowaar een job aanbiedt.
Helaas past deze kans niet in ons schema want de Jos komt!
De weg van de kust naar het binnenland van British Columbia is wederom prachtig en brengt ons naar onze nieuwe verblijfplaats voor de komende maand. Een kleine twee uur buiten Williams Lake mogen we de tent opslaan bij Candace en Norman, de trotse eigenaars van een prachtig stuk land met meer, kano en zonsondergang.
In de bocht van het meer woont een zwarte beer. Het dier komt bijna elke dag een frisse duik nemen (helaas geen fotos). Die duikjes hebben we zelf ook verdiend want het werk hier is behoorlijk zwaar en de zon blijft voorlopig nog gezellig schijnen.
Als de avond valt tonen ontelbare sterren zich boven het meer. De kraanvogels kressen, de loonen huilen, ganzen kwaken en kikkers brullen tot het donker is.
Dan neemt het geritsel achter de tent toe. We hebben er geen bewijzen van maar het zit hier vol beesten. Moose, bever, otter, muskusrat, deer, wolf, coyote, uil, grizzly, cougar, arend,...
We zijn op kamp en we maken het goed. Dolle pret.
Zo. U bent weer mee. Tot later.
No comments:
Post a Comment